.comment-link {margin-left:.6em;}
Adverteren bij Daisycon



donderdag, september 19, 2002

Het fotografenechtpaar Bernd en Hilla Becher, dat op 23 oktober de Erasmusprijs krijgt uitgereikt, wordt tot de conceptuele kunstenaars gerekend. Hun concept is simpel: de Bechers fotograferen oude gebouwen. Ze begonnen daarmee aan het einde van de jaren vijftig toen Bernd (van oorsprong schilder) en Hilla (opgeleid als reclamefotografe) zagen dat de industriële gebouwen uit hun jeugd werden afgebroken. Al die gebouwen waarvan de architect niet bekend is en die louter om hun functie werden neergezet, verdwenen of ze nooit hadden bestaan. En dus begonnen de Bechers ze te fotograferen, vanuit hun `conserverende behoefte' zo afstandelijk mogelijk. Hun foto's zijn altijd in zwart-wit, nooit is er een mens of een schaduw te zien - alleen maar gebouwen, één per foto. Watertorens. Gashouders. Fabriekshallen. Vakwerkhuizen. Koeltorens. Hoogovens. Toen de Bechers naar verloop van jaren zagen dat `hun' gebouwen zich niet alleen in functie maar ook in vorm in soorten lieten opdelen begonnen ze hun foto's te exposeren in series.

Wie het werk zo beschrijft, koel en droog, zoals de Bechers dat zelf ook graag doen, doet hun werk geen recht. Op de drie tentoonstellingen die naar aanleiding van de bekroning zijn ingericht, is goed te zien dat er een vreemde emotionele lading door hun werk zindert.Het is wel even zoeken om die emotie te kunnen traceren.

In het Stedelijk, waar bijna vierhonderd foto's zijn te zien, valt sowieso op dat de Bechers fantastische fotografen zijn. Ze laten zich nooit verleiden tot romantische uitvluchten die hun concept kunnen verzwakken. Want daarin zit de kracht. Hun houten hijskranen zien er uit of een kind met een Meccano-doos is loos gegaan. De watertorens met hun enorme bollen zijn net ballonnen die ieder moment kunnen opstijgen. De fabriekshallen doen aan blokkige uitsmijters denken. En dat komt allemaal door die rigide seriematigheid: die tilt de afzonderlijke gebouwen uit de functionele anonimiteit, laat zien in welke details ze verschillen en verschaft ze daarmee een identiteit.

De serie Gevelwanden, gefotografeerd na 1970 zijn allemaal typische Duitse middenklasse-huizen. Voor het eerst hebben de Bechers daarbij een sprankje van hun objectiviteit laten varen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat deze huizen niet op verdwijnen staan. Dat heeft ze blijkbaar verleid tot de eerste vileine knipoog uit hun oeuvre. Het zijn huizen met een C&A-mentaliteit. Maar daarmee maken deze foto's ook iets duidelijk dat op de achtergrond altijd al schemerde: dat de Bechers ieder gebouw dat ze fotograferen (het moeten er al meer dan 10.000 zijn) zien als een individu, een wezen met schoonheden, mankementen en tekortkomingen. Wie dat beseft ziet ook dat onder al die zogenaamde koelheid altijd een warm hart voor die gebouwen heeft geklopt. Als echte mensen.

Bron: Hans den Hartog Jager/NRC Handelsblad.






<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?